zaterdag 20 september 2008

‘Het is een goed teken als je je werk soms haat’

Regisseur Declan Recks liep al tijden rond met het idee het toneelstuk Eden te verfilmen. Maar hoeveel pogingen hij ook deed het script van Eugene O’Brien te herschrijven, hij kwam er niet uit. O’Brien: ‘Hij introduceerde goede ideeën, maar we vonden allebei dat het filmscript daarmee te ver af kwam te staan van het origineel. En dat is nooit de bedoeling geweest.’

Pas jaren later kon O’Brien zelf tijd vrij maken om aan het script te werken. Maar ook de schrijver zelf viel het bewerken niet mee: ‘Je moet zo veel keuzes maken in zo’n proces. Vaak gaat dat om kleine aanpassingen, maar soms ook om echt grote veranderingen. Ik heb uiteindelijk zelf ook nog héél veel versies gemaakt.’
Vermoeiend? ‘Zeker,’ vindt O’Brien, ‘maar frustrerend was het niet hoor. Als je gek wordt van de beslissingen die je moet maken stel je jezelf blijkbaar de juiste vragen. Het is dus een goed teken als je je werk zo nu en dan flink haat.’

Wordt in de film al behoorlijk gezopen, in de oorspronkelijke toneeltekst verkeert hoofdpersoon Billy helemaal in een continue staat van dronkenschap. Volgens O’Brien is dat één van de grootste verschillen met het toneelstuk. ‘De relatie die Ieren hebben met alcohol is volstrekt idioot. De Billy uit het toneelstuk voelt zich - zoals veel Ieren - niet compleet voor hij een paar stevige pints heeft achterovergeslagen.’
O’Brien: ‘Billy is een echte entertainer. Typisch zo’n grote kerel die sterke verhalen vertelt in de pub. Toch vond ik het voor de film veel sterker om hem neer te zetten als een binnenvetter. Dat gaat wel een beetje te koste van de humor, maar de sfeer in de film is toch heel anders.

O’Brien: ‘Blijkbaar raakt mijn verhaal iets bij mensen. Iedereen kent dat moment in een relatie dat de communicatie nogal te wensen over laat en het gevoel van eenzaamheid dat dit met zich meebrengt. Mensen kunnen zich erg goed identificeren met Billy en Breda. Het verbaast me nog steeds hoeveel mensen naar me toe komen om te zeggen dat dit hun verhaal is, hun leven.

Had ik de liefde niet (1 Cor. 13)

Starting Out in the Evening, de verfilming van Brian Mortons roman, gaat over Leonard Schiller (Frank Langella), een oude, vergeten schrijver uit New York. Studente Heather (Lauren Ambrose) wil hem aan de vergetelheid ontrukken door haar scriptie over hem te schrijven. Geen onverdeeld genoegen voor Schiller, wiens afgetakelde lijf bijna bezwijkt aan Heathers nieuwsgierigheid. Schrijver Brian Morton vertelt waar de inspiratie voor deze hoogbejaarde intellectueel vandaan komt.

‘Het oorspronkelijke idee kwam voort uit mijn eigen falen. Mijn eerste roman, The Dylanist, beleefde maar een druk. Toen ging ik nadenken: hoe zou mijn leven eruit zien als niets wat ik schreef ooit nog impact zou hebben? Ik kreeg een visioen van wat ik zou kunnen worden, een visioen van Schiller. Ik vroeg mezelf af: is dat het waard?

Het volledige begrip van Schiller – inclusief zijn klachten, dat gigantische lichaam dat hij meesleept – kwam pas later. Als je Broadway oversteekt – daar loopt een soort promenade door het midden, met bankjes en bomen. En op een dag stak ik over en ik besefte me dat Schiller nooit in een keer de overkant van de straat kon halen. Hij zou eerst moeten oversteken naar de promenade, en dan moeten wachten tot het licht weer op groen sprong om aan de overkant te komen. Ik zag hem heel duidelijk voor me: zijn loopje, zijn overgewicht.

Wat dat aangaat is Frank Langella (de acteur die Schiller speelt) eigenlijk nog wat te vief. Langella is nog veel te fit voor de rol. Eerlijk gezegd had ik iemand anders in gedachten toen ik het boek schreef, een oudere Duitse acteur. Ik weet niet meer hoe hij heet – ach, uit die film met Viggo Mortensen van vorig jaar. Armin Mueller-Stahl! Dat is hem. Dat is Schiller. Maar goed, je kan niet alles hebben. De dichter Robert Frost zei ooit: “Poëzie is wat verloren raakt in vertalingen.” Zo voelt het een beetje.

Maar we hebben nu zoveel gepraat over Schiller, ik zou wel wat willen zeggen over Ariel, zijn dochter. Zij is een danseres, ze haat lezen, absoluut geen intellectueel type en toch is zij wat mij betreft het morele middelpunt van het boek. Daarom heb ik haar erin gestopt. Ik wilde niet de indruk wekken dat ik een soort literair snobbisme propageer. Alsof alleen lezers goede mensen zijn. Soms kijk ik naar een Woody Allen-film. Die maakt grappen ten koste van mensen die niet lezen, die niet geïnteresseerd zijn in boeken. Misselijkmakend.’

Van adaptatie naar adoptie

Eigenlijk houdt schrijver Philippe Grimbert niet van boekverfilmingen. Als lezer, althans: ‘Als ik een boek geweldig vind, wil ik de verfilming niet eens zien. Maar als schrijver is het iets heel anders, omdat je blij bent dat iemand interesse heeft in het verfilming van je boek.’ Hij verleende dan ook met alle liefde zijn medewerking aan de verfilming van zijn autobiografische roman Un secret.

Grimbert heeft een zeer uitgesproken mening over adaptaties. ‘Een verfilming mag niet simpelweg een illustratie van het boek zijn, de regisseur moet een specifieke blik op het verhaal hebben. Tijdens het maken van Un secret heb ik producenten en ook de regisseur diverse keren dezelfde verspreking horen maken – ik ben psychoanalyst, dus ik ben gericht op dat soort slips of the tongue. Ze zeiden ‘adoptie’ in plaats van ‘adaptatie’. Voor mij schuilt in die bespreking een uitstekende definitie: de regisseur moet het boek adopteren, en daarmee het kind van een ander aannemen en opvoeden in zijn visie, zijn verbeelding.’

Dat adoptieproces liep in het geval van Un secret echter uit op iets wat meer leek op co-ouderschap. ‘Gaandeweg het maken van de film raakten regisseur Claude Miller en ik hecht bevriend, als broers bijna, omdat we zeer vergelijkbare verledens hebben. Hoewel ik geen officiële bemoeienis met het scenario had, liet hij me iedere scriptversie lezen. Hij zei zelfs dat hij de film niet zou maken wanneer ik het script niet goed vond – dus toen moest ik het wel geweldig vinden!’

Het boek is Grimberts weergave van het oorlogsverleden van zijn eigen familie. Zoals de titel al aangeeft draagt dit een groot geheim in zich, dat te – zonder verder iets weg te geven – te maken heeft met de Tweede Wereldoorlog. De relatie tussen de werkelijkheid en het boek is echter niet een op een, legt Grimbert uit: ‘Alles is echt, maar alles is nep. Het zijn niet de historische feiten die me interesseren, maar de waarheid van het hart. Soms raakte ik juist door fictie aan die waarheid.’

De filmversie nam nog een extra stap weg van de realiteit, maar bracht hem voor Grimbert tegelijkertijd dichterbij. ‘Toen ik het boek schreef had ik veel plezier in het schrijven, in het creëren en sturen van het verhaal. Ik schreef het boek niet met bloed en tranen, heb niet gehuild terwijl ik bezig was met deze familietragedie. Maar toen ik de eerste beelden van de film zag, toen huilde ik. Dat is de kracht beeld. Bij het zien van de scène waarin Maxime en Tania voor het eerst kussen, was ik zeer geëmotioneerd, veel meer dan toen ik de scène met veel zorg opschreef. Het was alsof ik keek naar de eerste kus van mijn ouders, ver voordat ik was geboren.’

Un secret – Claude Miller. Zaterdag 20, 14:45 uur, CC4. Zondag 21, 19:00 uur, CC6.

donderdag 18 september 2008

Wraak van het boek

Het boek slaat terug. Tot nu toe was Film by the Sea een filmfestival voor boekverfilmingen, waar de literatuur streng buiten beschouwing bleef. De jury betrekt de boeken niet in haar beoordeling van de competitiefilms, daarvoor heeft eeuwig juryvoorzitter Rinus Ferdinandusse zich altijd hard gemaakt.

Maar nu willen twee juryleden, schrijver Gerbrand Bakker en actrice Thekla Reuten, met een voorstel komen om verandering te brengen in die patstelling. Het staat in de PZC van vanochtend. Het past in het beeld van deze festivaleditie, dat door meer schrijvers dan filmmakers bezocht wordt (zie The Trailer van vanochtend, 'Meer internationale schrijvers in Vlissingen').

Film by the Sea heeft de ambitie de komende jaren uit te groeien tot een film- en literatuurfestival. In dat opzicht komt het voorstel van de juryleden als geroepen. Want als alle schrijvers van de literaire bronnen van de competitiefilms aanwezig zijn, plus alle regisseurs, volstaat het voor de jury natuurlijk niet om helemaal niets met de boeken te doen.

De dagkrantredactie past zich al aan aan het nieuwe tijdperk. Het komend weekend gaan we al die schrijvers interviewen. Het zien van de film volstaat dan niet als voorbereiding. Het was een aandoenlijk beeld, vanochtend in de Gulden Stroom: twee redacteuren die, de slaap nog in de ogen, op het balkon in het zonnetje respectievelijk Starting Out in the Evening van Brian Morton en Un Secret van Philippe Grimbert zaten te lezen.

Meezingbioscoop enorm succes

‘Verschrikkelijk koud!’, bekent de bevallige maar blauwbekkende gastvrouw, die in een galajurk de buitenbar van het luxueuze Delta-theater bewaakt. Uw verslaggever, bijkans even schaars gekleed, steekt haar in het voorbijsnellen een retorische vraag onder de riem.

Binnen is het behaaglijk warm, en reageert het publiek uitgelaten na eerder op de avond te hebben warm gedraaid tijdens de vertoning van muziekdocumentaire Young@Heart (Phillipe Faucon, 2007). Onder begeleiding van de uitmuntende band Wolff zingen vaste gasten van Film by the Sea popsongs van weleer; zodat zelfs deze journalist bij tijd en wijle moeite heeft zijn kritisch-gedistantieerde voeten in het gareel te houden. Pascal Jakobsen, leadzanger van de Zeeuwse band Bl
øf, doet een zinderende Al Green, en Marjan Berk brengt met haar hese-meisjesstem de mannelijke bezoekers het hoofd op hol. De vrouwen komen ruimschoots aan hun trekken tijdens het verrassingsoptreden van rockster Joe Cocker.

Naar verluidt is Cocker speciaal voor het karaokefestijn naar Vlissingen afgereisd. Jonge merels in modieuze zomerjurkjes; gepensioneerde bibliothecaressen in wijde linnen broeken; zelfstandige veertigers met zwarte monturen: zonder uitzondering brullen ze mee met hun idool, buiten zinnen gebracht door de patroonheilige van coverbands en andere na-apers.


Een avond gevuld met beroemdheden dus. In het gangpad ziet uw verslaggever radio-dj Giel Beelen hossen, en lalala-koning Chiel Montagne wordt gespot terwijl hij aan een pilsje nipt. Een niet van echt te onderscheiden Ren
é Mioch-imitator waagt zich onderwijl aan een dansje, in de schaduw van het podium, zodoende de scheiding tussen nep en werkelijkheid lelijk op scherp zettend.

Na Film by the Sea-directeur Leo Hannewijks afsluitende woorden en Cockers toegift (With a Little Help From My Friends) worden de echte doorzetters vergast op de bronstige discotonen van Boney M; de rest deint de zaal uit, de voormalige Aldi-parkeerplaats op.
Stond daar aan het begin van de koude herfstavond enkel nog een eenzaam meisje, nu wordt het voormalige parkeerterrein bezet door tientallen leeg gedanste feestgangers. De kille zeebries lijkt ze niet te deren. En met dezelfde levenslust waarmee zojuist gezongen is, wordt nu ‘gevochten tegen de uitdroging.’ Wie er was, kan het navertellen – maar voor de thuisblijvers: helaas!

woensdag 17 september 2008

Rode oortjes met Marjan Berk

In het seniorenrijke Zeeland hebben gepensioneerden alle tijd voor een filmpje. Eerder speelde Film by the Sea niet speciaal in op de oudere bezoeker, totdat vorig jaar Marjan Berk het podium beklom tijdens een debat over herinnering en vergetelheid. Berk las voor uit eigen werk en veroverde de zaal met haar vermakelijke verhalen over 60-plussers op zoek naar seksueel avontuur. Dit jaar is Berk terug, en hoe.

Het Cinepaviljoen bood vanmiddag – met alle respect – de aanblik van een seniorensoos. Aandachtig luisterde het publiek, voornamelijk dames van boven de 50, naar de wederwaardigheden van ouwe snoeper Nars. Die bestelt een escort als zijn vrouw van huis is, met alle tumultueuze gevolgen van dien voor zijn liesstreek. Berks virtuoze stijl is expliciet en voortvarend: zonder blikken of blozen vliegen de piemels je, erect of juist niet, om de oren. Berks optreden was een inleiding op Ladies in Lavender, toch wat ingetogener. ‘Een beeldige film’, aldus Berk.

’s Avonds deed Berk het nog eens dunnetjes over. Toen verhaalde ze over Ferdinand en Patty, een van zijn drie minnaressen. Ferdi is niet zo lekker, maar Patty weet van geen wijken. In België, ‘het land van de onbegrensde mogelijkheden’, haalt ze bij de apotheek een doosje Viagra (‘triomf van de wetenschap’) en voert Ferdi ongemerkt een dosis. ‘Het wonder van de weeropstanding’ houdt helaas geen stand en ook ‘orale therapie’ biedt geen soelaas.

Ach ja, als je ouder wordt, heb je alles al eens meegemaakt. Leidde dat in vroeger tijden tot berusting, de moderne babyboomsenior wil meer. Berks montere boodschap bedient een groot en groeiend publiek. Maar toch, het heeft iets bizars, een zaal vol zestigers die collectief en met rode oortjes naar Berks opmerkelijke erotische fantasieën luisteren. Het zal de generatiekloof wel zijn.

‘Religie is een dubbelzinnig fenomeen’

Een film kijken is leuk, maar er helemaal induiken is nog vele malen leuker. Als je meer weet over de achtergrond van de film - zoals de tijd waarin hij gemaakt werd of de beweegredenen van de regisseur – wordt zelfs een film die op het eerste gezicht maar matig leek ineens de moeite waard. Vandaar de lezingenreeks Film & Religie; mijlpalen in de filmgeschiedenis.

Tijdens de eerste lezing, afgelopen dinsdag, legde hoogleraar theologie Erik Borgman een link tussen Nazarín (Luis Buñuel, 1959) en de opkomende spanningen tussen verschillende interpretaties van het evangelie. Want al werd de film bij de release enthousiast ontvangen, eens werden de mensen het niet.

Was Nazarín nou vreselijk blasfemisch of juist ontzettend vroom? ‘Wat de één voor de borst stoot kan juist datgene zijn waardoor de ander wordt gegrepen’, stelt Borgman. ‘Religie is een heel dubbelzinnig fenomeen.’

Wel jammer dat de lezing vooraf ging aan de film in plaats van andersom. Niet alleen werd het einde van de film al uitvoerig besproken, ook de inloop van bezoekers die geen behoefte hadden aan een inleidend praatje zorgde voor de nodige onrust. Al was het voordeel daarvan weer dat je ook geen kans kreeg toe te geven aan een after-dinner-dipje. Een reëel gevaar als je om 19.00 uur lui achterover leunt in het rode pluche...

maandag 15 september 2008

InBev trucker rijdt stoep aan gort


Klein ongelukje achter bioscoop CineCity vanochtend. Een vrachtwagenchauffeur van de Belgische bierbrouwer InBev reed een trottoir finaal aan gort.

De trucker nam niet de gangbare autoroute rondom het futuristische cinemacomplex, maar het prachtige roze fietspad er recht langs. Hij kwam vast te zitten en toen bleek er geen weg meer terug. Hup, over het voetgangerspad ging het verder. Maar dat bleek natuurlijk niet bestand tegen die loodzware truck en al die liters bier.

Geschatte schade: zo'n 3000 euro. 'Het lijkt wel of er een tank heeft gereden he', was het enige dat de beduusde chauffeur na afloop kon uitbrengen.

Zeeuwse Boekenprijs 2008

Nederland wordt tegenwoordig bedolven onder een schier oneindige reeks van ‘Beste’- verkiezingen. Naast voor de hand liggende categorieën als boeken en films, komen zo’n beetje alle beroepsgroepen en creatieve uitingen (in de breedste zin van het woord) in aanmerking voor een wedstrijd à la Idols. En dan zijn er nog talloze variaties, de regionale bijvoorbeeld. Gisteren werden op Film by the Sea de nominaties voor het beste Zeeuwse boek van 2008 bekend gemaakt. Onder de 47 inzendingen werd vooral de categorie geschiedenis&levensbeschouwing goed vertegenwoordigd, aldus de meneer van de organisatie van de Zeeuwse Boekenprijs. Zo eindigde het Zeeuws Etymologisch Woordenboek van dr. Frans Debrabandere in de juryshortlist. En dat zegt wat.

Ik zou nog weer een nieuwe verkiezing in het leven willen roepen: de Beste Zeeuwse Titel van 2008. De titels zijn namelijk fantastisch onvervalst Zeeuws – neem Thuis in Zeeland of Bevelands Welvaren. Ook de zee is uiteraard een onuitputtelijke inspiratiebron: Ademhalen aan zee, Van zee tot zee, Uit het water gered, Vissen op een zoete zee. Maar de winnaar van de Beste Zeeuwse Titel van 2008 kan er wat mij betreft maar één zijn: Ondanks alles, herinneringen van een Zeeuwse paardenknecht van Maartje Stuut-Deurlo. Gefeliciteerd!

zondag 14 september 2008

Joe Cocker (2)

Was het hem nu of niet? Beoordeelt u het zelf:

Of u kunt het woensdagavond ook in levende lijve aanschouwen, wanner 'Joe Cocker' naar verluid opnieuw zal aantreden in Soif.

Noteboek stiekem leuker

Dubbelhartig van Jochem Weststrate mag dan zojuist de juryprijs hebben gewonnen in de DELTA shorts-competitie, maar Evelien Lohbeck's Noteboek kreeg waarschijnlijk de sterkste reactie uit de zaal. Dat zou natuurlijk kunnen komen omdat ze meer familie had meegenomen dan de andere deelnemers. Maar een waarschijnlijker oorzaak is dat Noteboek gewoon een ontzettend ingenieus, sprankelend en grappig filmpje is. Kijk maar:



Ook juryvoorzitter Hugo Metsers noemde de film overigens 'echt briljant'. Bijna verontschuldigend legde hij uit dat de jury de zeventien films in de competitie vanuit een fictieoogpunt had bekeken, en dat dit 'toch echt uit een andere hoek kwam'.

Meer Shorts online: Chasing Dogs, Ge320cht, Hart, Mensmannetje, Picture Perfect, Stop de stilte.

Grootse plannen


Als de twee winnaars van de DELTA FilmXperience competities zaterdag samen op de rode loper staan, worden er direct grootse toekomstplannen gesmeed. ‘Nog een paar jaar, dan kun jij in mijn films spelen!‘ lacht Irina Versteeg (19, links op de foto), die de Backstage-competitie voor aspirant filmmakers won, tegen aanstormend acteur Babeth Woudenberg (18, rechts), Spotlight-winnaar. Beiden wonnen ze een jaar lang gratis naar de film (wat gelukkig voor Irina ook gewoon in haar woonplaats Groningen kan). Bovendien mag Irina een dag meelopen tijdens de productie van de nieuwe film De storm, en krijgt Babeth een bijrolletje in de film. Tenminste, dat is de bedoeling: Babeth schrikt als ze hoort dat de opnamen al over een paar weken zijn. ‘Ik weet helemaal niet of ik dan wel kan!’

zaterdag 13 september 2008

Joe Cocker op Film by the Sea?

Vrijdagnacht, rond 1 uur. Voor de feestbeesten in de foyer loopt het openingsgala van het festival langzaam ten einde, maar voor mij begint de avond net; met de aller-allerlaatste trein uit omgeving Rotterdam ben ik pas net gearriveerd. Bij binnenkomst gonst het rond de bar, die nog maar een uurtje open zal zijn: Joe Cocker is er. De gruisgevooisde Cocker, al sinds de jaren zestig een gevierd zanger, schijnt eerst in zijn hotel te liggen slapen, dan zelfs in de CineCity-bar te zijn, en rond twee uur beklimt hij zelfs het podium van Swof om daar vijf liedjes ten gehore te brengen, waaronder wereldhit Unchain My Heart.

Ik heb dit allemaal uiteraard niet zelf gezien, maar, zoals het een goed journalist betaamt, opgevangen in de wandelgangen. Van feestgangers, van collega-redacteurs die het nu al befaamde optreden bijwoonden en vervolgens te laveloos waren om dit stukje voor u te schrijven, en van een fotograaf die de grote man op beeld schijnt te hebben maar naar huis wil en bovendien betwijfelt of het hem echt is. Aan mij gaat het in ieder geval allemaal nog even voorbij; morgen duik ik er echt in. En als ik onze fotograaf zo ver krijg mag u hier dan zelf beoordelen of het hem nou was of niet.